Selecteer je taal / Choisissez votre langue


Maat

XS/S (M/L)

Dit heb je nodig

  • 115 cm stof (breedte 140 cm)
  • Naaigaren
  • Patroonpapier

Gebruikte steken

Boordsteek 1/1
  • 1ste rij: afwisselend 1 rechte en 1 averechte steek breien.
  • 2de rij en alle volgende rijen: de steken breien zoals ze zich voordoen (recht boven recht en averecht boven averecht).
 
Rechte tricotsteek
  • 1ste rij: alle steken recht breien.
  • 2de rij: alle steken averecht breien.
  • Deze 2 rijen steeds herhalen.

Zo maak je het

  • Teken het model uit op patroonpapier zoals op de technische schets. Begin met de grote rechthoek en vul de rest van de schets daarbij aan. De naadwaarde van 1 cm is inbegrepen in het patroon. Knip de patroondelen uit de stof en leg de patronen zoals op het knipplan. Knip het voorpand 1 x, het beleg voorpand 1 x, het rugpand 1 x en het beleg rugpand 1 x op de stofvouw (zie schets knipplan).

Nepen

  • Stik de neepwaarde toe aan beide kanten van het voorpand. (A) Strijk de neepwaarde naar beneden. 
  • Leg het voor- en achterpand met de goede kant van de stof op elkaar en stik de zijnaden van het voor- en achterpand op 1 cm naadwaarde dicht. (B)
  • Strijk de naden mooi open (of overlock ze nadien samen en strijk de naadwaarde naar het achterpand).
  • Stik vervolgens de schoudernaden aan beide kanten toe. Strijk de naden open. (C)

Beleg

  • Herhaal dezelfde stappen voor het beleg. Stik de neepwaarde toe, sluit de zijnaden en vervolgens de schoudernaden. (D) Overlock de onderkant van het beleg.
  • Speld het beleg met de goede kanten op elkaar op de top. Stik nu de halsopening vast. (E)
  • Stik vervolgens de armsopeningen toe door eerst de voorkant en vervolgens de achterkant toe te stikken, telkens van onder naar boven. Naai telkens tot zo’n 2 cm voor de schoudernaden. (F)
  • Keer alles om naar de goede kant. Naai met de hand de bovenkant van de bandjes toe. (G)

Zoom

  • Werk de zoom af. Vouw onderaan 1 cm naar binnen en strijk plat. Stik de zoom vast. (H)

TIPS

  • We raden aan om eerst een prototype te maken in een oefenstof voordat je in de goede stof knipt. Zo kun je het model eens doorpassen en kun je nog aanpassingen maken, mocht dat nodig zijn.
  • Strijk de stof zorgvuldig voordat je het patroon erop overneemt en begint te knippen. Sommige stoffen kunnen een beetje krimpen bij het strijken (en wassen), dus zorg dat je dat doet voor het knippen.
  • Heb je geen overlockmachine, dan kan je de randen afwerken door met een zigzagsteek net tegen de kant te stikken.
  • Voor je alles naar de goede kant keert, geef kleine knipjes in de naadwaarde om de rondingen beter te laten vallen.
  • Als de stof niet transparant is, is het niet nodig om een beleg te gebruiken. Werk de hals en de armopening af met een biaislint. (techniek biaislint)