Met rondbreien geef je nooit meer op bij het in elkaar zetten van je breiwerk! Bespaar jezelf wat tijd en brei je trui of cardigan op rondbreinaalden met een van onze vele rondbreimodellen. In deze blog geven we je enkele tips om je op weg te helpen!

 Rondbreien kun je op twee manieren, afhankelijk van welke soort naalden je kiest.

• Op rechte breinaalden zonder knop, die langs beide kanten een punt hebben. Ze bestaan zowel in een lange als korte variant, en je koopt ze meestal per 4 of per 5: je breiwerk wordt dan verdeeld over 3 of 4 naalden, en met de laatste naald ga je aan de slag.
• -        Op een rondbreinaald die bestaat uit 2 kortere naaldpunten met ertussen een flexibele kabel. De lengte van de kabel is afhankelijk van het project dat je breit.

Welke manier je ook kiest, het principe blijft hetzelfde. Bij rondbreien brei je niet heen en weer, maar je blijft in het rond breien zonder te stoppen. Zo creëer je een tube of cilinder en brei je enkel aan de goeie kant van het werk. Zo brei je bijvoorbeeld voor de rechte tricotsteek in het rond alle steken recht over alle toeren.

Rondbreien is een gemakkelijke techniek voor sokken, handschoenen en wanten of mutsen, maar ook truien en cardigans kun je breien op rondbreinaalden. Zo is er zelfs een oude techniek, steeking (op zijn Engels uitgesproken) waarbij je eerst een traditionele trui in het rond breit, en daarna middenvoor doorknipt om er een cardigan van te maken!  

Nieuw in de (rond)breiwereld? Met onderstaande tutorial leren we je de basis van het rondbreien. Want rondbreien is zowel voor beginners als voor gevorderden! En er zijn ook veel voordelen aan rondbreien, lees verder om ze te ontdekken!

We sommen graag enkele voordelen voor je op!

Rondbreien, zeker op de rondbreinaald waarbij 2 naaldpunten verbonden zijn door een kabel, is een stuk ergonomischer dan breien op rechte priemen. Doordat je de naalden anders vasthoudt, belast je je schouders minder. Het gewicht van je breiwerk, zeker bij grotere stukken, rust bovendien op je schoot. Daardoor moeten je polsen en ellebogen ook minder hard werken.

Bij rondbreien kost het je veel minder tot zelfs geen werk om de verschillende onderdelen van je breiwerk aan elkaar te zetten. Gedaan met dat (volgens sommige mensen) vervelende naaiwerk! Bovendien kun je ook makkelijker passen tussendoor, en bij sokken vermijd je vervelende naden die schuren over je voet. Rondbreinaalden zijn ook veel compacter om mee te nemen en om mee te breien, waardoor je veel vlotter op verplaatsing kunt breien. Je hebt geen speciale breitas meer nodig waar je naalden van 40 cm in passen, je krijgt je project perfect in een gewone handtas!

Bij top-down breien begin je bovenaan bij de hals en brei je zo verder naar beneden. Je zet eerst de steken op voor de hals en dan meerder je voor de mouwen terwijl je naar beneden breit. Je kunt steken meerderen tussen de overgang van de mouwen naar het lijf (om een raglanmouw te krijgen, zoals trui Lies ), ofwel meerder je de steken gelijk verdeeld over de ronde (de zogenaamde ronde pas, zoals trui Trixie). Ter hoogte van de oksels zet je dan de steken van de mouwen in wacht, waarna je het lijf verder breit. Als je lijf af is, neem je de steken van de mouwen weer op en brei je ze in de richting van je polsen. Zo hoef je achteraf niets meer in elkaar te zetten en kun je tussendoor makkelijk passen om te zien wat voor jou de beste lengte is.

Bottom-up breien heeft dezelfde voordelen als top-down breien, maar je werkt gewoon omgekeerd. Het leunt ook iets meer aan bij de traditionele Europese patronen: eerst brei je het lijf en de mouwen apart in het rond tot ongeveer de oksel en daarna breng je alle steken samen voor de “pas” van je trui. In die pas minder je steken zodat je eindigt met een smalle halsuitsnijding. Ook bij bottom-up zijn er verschillende manieren om die minderingen te maken: zo heeft trui Lenja een ronde pas, omdat er gelijkmatig wordt geminderd. Voor een raglan maak je dan weer minderingen tussen de overgangen van mouwen en lijf. 

Jacquard breien of inbreien is een vorm van breien waarbij je een tekening maakt in je breiwerk door het gebruik van verschillende kleuren. Langs de achterkant worden de draden dan meegenomen. Rondbreien is ideaal bij jacquard omdat je telkens op de goeie kant van je werk breit. Zo zie je veel beter hoe de tekening zich vormt en kun je de verschillende kleuren gemakkelijker meenemen aan de achterkant.

Nog enkele tips voor je aan de slag gaat:

• Veel mensen breien jacquard iets vaster dan gewone tricot. Neem in dat geval een breinaald van 1 maatje groter. Zo vermijd je dat de steken samentrekken, waardoor dat stuk van je breiwerk smaller uitvalt.
• De makkelijkste methode om twee kleuren te breien, is om een draad rechts (Europese/Engelse methode) en een draad links (continentale methode) vast te houden. Zo hou je beide draden altijd vast en onder spanning. Oefening baart kunst, dus check zeker onze tutorial “ Inbreien – continentaal en Europees samen”.
• Als je strepen breit, zal je de overgang van kleuren altijd zien aan het begin van een nieuwe toer als je van kleur wisselt. Maar met de methode “Rondbreien kleurenwissel” kun je de strepen mooi laten doorlopen!

Laat je niet ontmoedigen! Het lijkt allemaal moeilijker dan het is … Je bent iets nieuws aan het leren, dus het is normaal dat het nog niet zo vlot en snel gaat als je normale manier van breien, of dat je breiwerk iets minder egaal is. Zet vooral door, je zult zien dat rondbreien net erg veel voordelen biedt en het werk eenvoudiger maakt.

En natuurlijk zijn wij er om het je te leren! Op ons YouTubekanaal vind je tal van breitutorials om je bij te staan wanneer je het even niet meer weet. Of laat je inspireren door onderstaande voorbeelden of door onze fantastische brei- en haakgroep op Facebook. Daar kun je ook altijd terecht met vragen en problemen. 

Schrikt de gedachte om meteen een groot project helemaal rond te breien je een beetje af? We hebben ook heel wat patronen waarbij er enkel in de afwerking rondgebreid wordt, en die ideaal zijn om eens te proeven van het rondbreien:

Zin om te starten met rondbreien? Schaf meteen onze set rondbreinaalden van berkenhout aan. Berk is een zeer harde houtsoort, de naalden buigen dus niet door. Deze set is ideaal om op je wishlist te zetten voor de feestdagen of je verjaardag!

De set bevat de meest gebruikte naalddiktes (van 4 tot en met 10 mm) en verschillende kabellengtes (60-80-100-120 cm), waardoor je meteen vlot aan de slag kunt om je project volledig te breien: tussendoor wissel je van kabel voor de meest geschikte lengte (korter voor hals en mouwen, langer voor het lijf) en dankzij de bijgeleverde extra stoppertjes kun je veilig passen. In plaats van de steken voor de mouwen op een draadje te plaatsen, kun je ze ook op een reservekabel zetten. Zo hoef je enkel naalden op te schroeven, en je kunt meteen weer verder!

Je kunt dankzij de verwisselbare set ook heel makkelijk wisselen van naalddikte, bijvoorbeeld voor de boord of om een dikkere naald te gebruiken voor jacquard.

Nog enkele voordelen:

• Ze voelen warm aan, waardoor breien nog comfortabeler en soepeler gaat.
• Ze glijden goed, zelfs bij klamme handen, en zijn bruikbaar bij elke temperatuur.
• De scherpe punt maakt breien makkelijker.
• Ze zijn duurzaam en sterk, en dus lang inzetbaar voor al je breiprojecten.

Om van je (volgende) rondbreiproject een succes te maken, willen we je nog wat extra tips meegeven. 

• Brei je proeflapje altijd zoals je het uiteindelijke project gaat breien. Omdat je bij rondbreien enkel recht breit, kan de stekenverhouding anders zijn dan wanneer je heen en weer breit. Extra tip: om te vermijden dat je een hele grote proeflap moet maken, kun je ook je steken breien en ze terug naar de andere punt van je naald schuiven terwijl je de draad in een lange lus laat aan de achterkant.
• Gebruik een stekenmarkeerder om het begin van je toer aan te duiden, zo geraak je de tel niet kwijt. Met onze set stekenmarkeerders kun je alle projecten aan: zo kun je verschillende kleurtjes gebruiken voor het begin van je toer en voor de meerderings- of minderingslijnen in een raglan. Ze zijn ook heel handig om het aantal toeren in je mouwen te tellen, zo heb je 2 perfect gelijke mouwen!
• Met rondbreinaalden kun je ook heen en weer breien! Sommige projecten, zoals een dekentje, hebben te veel steken om op een gewone rechte naald te passen, en daarvoor is een rondbreinaald perfect!  
• Hoe kies je nu de beste lengte voor je rondbreinaald? Zorg dat de naald sowieso kleiner is dan de omtrek die je breit, dan schuiven de steken heel wat vlotter door.
• Is je naald te lang? Je kunt de magic-looptechniek gebruiken om met weinig steken rond te breien. Onze tutorial “Rondbreien met weinig steken” leert je deze methode!
• Valse naad of faux seam: het voordeel van rondbreien is breien zonder naden, maar soms zijn naden wel gewenst. Ze verlenen structuur aan het model, geven meer steun en blijven beter verticaal hangen, en soms is het ook gewoon mooier. Bij rondbreien gebruiken we daarom een valse naad. Dat doe je zo: brei de steek in het midden onder de arm als een averechte steek (plaats een stekenmarkeerder om de steek aan te duiden, zie hierboven). Zo krijg je een optische naad. Om extra steun te geven, vooral bij modellen met een grote steek met dunne draad, kun je de steek achteraf nog eens extra mazen.
• Gebruik verkorte toeren om meer vorm te krijgen in de trui. Niets zo vervelend als een trui die achteraan te kort is, waardoor je een koude nek krijgt. Of een trui die onderaan te kort is aan de voorkant, maar goed zit aan de achterkant. Met verkorte toeren kun je een effect van bijvoorbeeld een figuurnaad in naaiwerk ook in breiwerk realiseren. Je breit dan telkens maar een gedeelte van je steken, een aantal keer achter elkaar, zodat je een extra stuk breiwerk krijgt op een specifieke plek. Met onze tutorial “Verkorte toeren breien” kun je er meteen mee aan de slag!

Klaar om te beginnen? Laat je leiden door onze projecten hierboven en deel jouw creatie met #madewithveritas of op onze Facebookgroep Breien en Haken met Veritas.