Selecteer je taal / Choisissez votre langue

Beanie muts - voor alle wolsoorten

Absolute beginners    

Tijd voor wat warmer geschut: je zomerhoedje maakt plaats voor de beanie. Deze iconische muts wordt jouw must-have deze winter. Heb je een favoriete wol maar geen patroon om een muts te breien? Dan hebben wij de oplossing: de beanie kan je maken met alle mogelijke wolsoorten.


Maat

hoofdomtrek 52 cm

Dit heb je nodig

  • 1, 2 of  3 bollen wol naar keuze 
  • Rondbreinaalden 40 cm die bij de wol hoort
  • Stekenmarkeerders
  • Wolnaald

 

Gebruikte steken

Boordsteek 1/1 op rondbreinaalden
  • Rij 1: afwisselend 1 steek recht en 1 steek averecht breien.
  • Rij 2: brei de steken zoals ze zich voordoen, recht boven recht en averecht boven averecht.
Overhaling
  • 1 steek recht afhalen, de volgende steek recht breien en de afgehaalde steek erover halen.
Tricotsteek op rondbreinaalden (zie extra opties)
  • Rij 1 en alle volgende rijen: alle steken recht breien.

Zo maak je het

  • zet X …. steken op en brei in boordsteek 1/1.

  • Brei tot een totale hoogte van 24 cm.

  • Begin met de minderingen, verdeel eerst de steken in 4 gelijke delen, plaats een stekenmarkeerder om de A …/…/.../… steken, doe dit telkens vlak voor een rechte steek. Minder vanaf nu 8 steken elke 2 toeren , doe dit als volgt:

    • Toer 1 : brei tot 2 steken voor de stekenmarkeerder, maak een overhaling, verplaats de stekenmarkeerder op de rechter naald,  brei 1 rechte steek en brei dan 2 steken samen. Herhaal dit bij elke stekenmarkeerder (4x). Brei andere steken zoals ze zich voordoen (recht boven recht, averecht boven averecht).

    • Toer 2: brei de steken zoals ze zich voordoen.

    • Deze 2 toeren blijven herhalen tot totale hoogte van 29 cm (5 cm vanaf de minderingen)

  • Brei in de volgende toer alle steken per 2 samen.

  • Brei nu nog 1 toer alle steken recht.

  • Trek dan de draad door de overgebleven steken en zet deze langs de binnenkant vast.

  • Maak een omslag van 7 cm voor de boord onderaan.
 
Opties
Met of zonder omslag/boord
  • Je kan de muts ook zonder omslag breien, brei hiervoor 7 cm minder. Begin aan de minderingen op een totale hoogte van 17 cm en brei op een totale hoogte van 22 cm (na de minderingen) de steken per 2 samen.
Langere beanie
  • Wil je dat de muts iets meer volume heeft, brei dan wat langer voor je aan de minderingen begint. Zo krijg je meer het losse beaniemodel.
Volledig in boordsteek 1/1 of vanaf boord in tricotsteek
  • Het standaardmodel wordt volledig in boordsteek 1/1 gebreid. Maar je kan er ook voor kiezen om vanaf de boord in tricotsteek verder te gaan. Brei dan vanaf een totale hoogte van 7 cm (vanaf de opzet) verder in tricotsteek.
TIPS!
  • Schrikken de rondbreinaalden je nog wat af? Lees dan zeker deze blog met handige tutorials.
  • Je kan de muts eerst plat breien, nadien naai je ze dan samen. Let wel op dat je een steek extra opzet, zodat je de muts mooi kan dichtmazen zonder dat deze te klein wordt.
  • Vind je de boord toch iets te los? Dan is het aan te raden om die in een kleinere naalddikte te breien. Zo wordt de boord steviger en blijft die zeker goed zitten!
  • Wil je jouw muts nog iets meer ‘op jouw manier’? Maak dan een kleurrijke pompon en bevestig deze boven aan de muts. Of kies een leuke patch en naai deze op.

Ga aan de slag met het schema

Wol

zoek de wol op in het schema en bepaal zo de naalddikte en stekenverhouding. Staat de wol in verschillende kolommen vermeld? Hou dan rekening met het volgende: kleinere naalddikte = strakke muts, grotere naalddikte = lossere muts.

 

Stekenverhouding

brei een proeflapje met de wol en naalden die je wilt gebruiken. Meet dan 10 cm op het proeflapje en tel hoeveel steken dit zijn. Zoek het dichtstbijzijnde getal in de juiste rij van het tabel. Zo beslis jij welke werkbeschrijving je zal volgen.

 

Naalddikte

brei je jouw favoriete wol graag met een bepaalde naalddikte? Kies dan op basis hiervan welke werkbeschrijving je wilt volgen. We raden je aan om toch nog een proeflapje te maken zodat je de juiste stekenverhouding kan bepalen. Staan er verschillende naalddiktes vermeld? Hou dan rekening met het volgende: kleinere naalddikte = strakke muts, grotere naalddikte = lossere muts

De uitzondering bevestigt de regel

bij sommige wolkwaliteiten is het belangrijk om naar de juiste stekenverhouding te kijken en niet naar de naalddikte in het schema. Zo zijn er kwaliteiten die door hun structuur en samenstelling een afwijkende stekenverhouding hebben voor hun naalddikte. Kies dan voor de kolom met de juiste stekenverhouding, en niet de juiste naalddikte. Zie enkele uitzonderingen in de tabel hieronder