Roxanne cache-coeur met gehaakte mouwen
in Subtil
leergierige beginners
maar ervaren hakers
Cache-cœur - de klassieker in jouw kast met een eigentijdse twist: een bloemenmotief dat je doet wegdromen naar de zomer
Maat
S (M-L-XL)
Dit heb je nodig
- 11 (12 – 13 – 14) bollen Subtil koraal
- breinaalden 3,5 mm van Prym
- haaknaald 4 mm van Prym
- wolnaald van Prym
Subtil (50gr/125m)
Stekenverhouding
10 x 10 cm = 22 steken x 32 rijen met breinaalden 3,5 mm in rechte tricotsteek.
Gebruikte steken
Boordsteek 2/2
- 1ste rij: afwisselend 2 rechte en 2 averechte steken breien.
- 2de rij en alle volgende rijen: de steken breien zoals ze zich voordoen (recht boven recht en averecht boven averecht).
Rechte tricotsteek
- 1ste rij: alle steken recht breien.
- 2de rij: alle steken averecht breien.
- Deze 2 rijen steeds herhalen.
Gehaakte bloemen
- Zie telpatroon
Zo maak je het
Rugpand
- Zet 100 (110 – 120 - 130) op met breinaalden 3,5 mm en brei 6 rijen in boordsteek 2/2.
- Brei verder in rechte tricotsteek. Minder telkens aan weerskanten 1 steek op 5 cm, 10 cm en 15 cm hoogte.
- Meerder dan telkens aan weerskanten 1 steek op 20 cm, 25 cm en 30 cm. Je hebt terug 100 (110 - 120 - 130) steken op de naald staan.
- Begin op een totale hoogte van 36 cm met de minderingen van de raglan. Minder aan weerskanten om de 2 rijen 33 (35 - 37 - 39)x 1 steek op 3 steken van de kant.
- Er blijven nog 34 (40 – 46 – 52) steken over.
- Brei verder tot een hoogte van 24 (25 – 26,5 – 28) cm na het begin van de raglan.
- Kant de resterende steken af.
Voorpand(en)
- Zet 92 (102 – 112 - 122) op met breinaalden 3,5 mm en brei 6 rijen in boordteek 2/2.
- Brei verder in rechte tricotsteek.
- Minder telkens aan de linkerkant 1 steek op 5 cm, 10 cm en 15 cm hoogte. Meerder nadien telkens aan de linkerkant 1 steek op 20 cm, 25 cm en 30 cm.
- Begin aan de schuine kant van het pand op 19 cm totale hoogte. Minder aan de rechterkant om de 2 rijen 1 steek op 3 steken van de kant over de hele verdere hoogte van het voorpand.
- Begin op een totale hoogte van 36 cm met de minderingen van de raglan. Minder aan de linkerkant om de 2 rijen 33 (35 - 37 - 39)x 1 steek op 3 steken van de kant.
- Brei een tweede voorpand in spiegelbeeld.
Mouwen
- Haak volgens telpatroon 7 (7-8-9) bloemen.
- Blijf volgens telpatroon verder haken tot een hoogte van 40 (40 – 43 – 46) cm (of tot een volledig bloem werd gehaakt op ± deze hoogte)
- Haak verder volgens telpatroon 2 (bloemen minderen) voor de raglan tot een hoogte van 24 (25 – 26,5 – 28) cm na het begin van de raglan (of bij een volledig afgewerkte rij bloemen).
- Mouwboord: haak in de bovenste steek van de eerste bloem 1 vaste, haak 3 lossen, 1 vaste in de bovenste steek van de volgende bloem, 3 lossen enz.
- Haak 1 keerlosse. Rij 1: 2 vasten, 1 steek overslaan, 2 vasten, 1 steek overslaan… .
- Haak1 keerlosse: 1 vaste in elke steek. Deze rij nog 5x haken.
- Laatste rij = golvende afwerking: *1 vaste, 1 stokje, 1 dubbelstokje, 1 stokje, 1 vaste, 1 halve vaste*. Herhaal van * naar * tot einde rij.
- Haak een identieke tweede mouw.
Afwerking
- Naai de raglan aan elkaar.
- Haak een golvende afwerking over heel de boord. Begin onderaan de zijkant van voorpand, dan de halsrug en zo verder naar het andere : *1 vaste, 1 stokje, 1 dubbelstokje, 1 stokje, 1 vaste, 1 halve vaste*. Herhaal van * naar * tot einde rij.
- Sluit de mouw- en zijnaden. Laat op 19 cm van de onderkant aan weerskanten een opening van 2 cm. Dit dient om de linten door te halen.
- Haak 2 linten: 140 lossen + 1 rij halve stokjes.
- Naai een lint aan elke voorpand waar de schuine kant begint.