Selecteer je taal / Choisissez votre langue

Lisette - trui met aangebreide mouw

leergierige beginners    

nieuwe toffe trui die je zeker moet maken!

 


Maat

S/M (L/XL)

 

Dit heb je nodig

  • 4 bollen Lisette

  • Breinaalden 7 mm van Prym

  • Wolnaald van Prym

   Lisette (100gr/190m)  

Stekenverhouding

10 x 10 cm = 14 steken en 19 rijen met naalden 7 mm in tricotsteek

Gebruikte steken

Boordsteek 2/2

  • 1ste rij: afwisselend 2 rechte en 2 averechte steek breien.
  • 2de rij en alle volgende rijen: de steken breien zoals ze zich voordoen (recht boven recht en averecht boven averecht).
 

Rechte tricotsteek

  • 1ste rij: alle steken recht breien.
  • 2de rij: alle steken averecht breien.
  • Deze 2 rijen steeds herhalen.
 

Ribbelsteek

  • Alle steken en alle rijen altijd recht breien.

Zo maak je het

Rugpand met achterkant mouwen

  • Zet 80 (88) steken op en brei 4 rijen boordsteek 2/2. 
  • Ga verder in tricotsteek tot een totale hoogte van 25 (29) centimeter. 
  • Zet al breiend aan weerskant 52 (58) steken op voor de mouwen. Brei de 2 steken aan het begin en einde van elke rij in ribbelsteek, zo krijg je een mooie mouwboord. Je hebt nu 184 (208) steken op de naald staan. 
  • Brei tot een totale hoogte van 16 (17) centimeter van de mouw.
  • Begin vervolgens aan de afschuining van de mouwen en schouders. Stop met de twee steken ribbelsteek aan het begin en einde van de naald.
    • Kant nu in de volgende 12 (14) rijen telkens de eerste 11 steken af en brei de rij uit in tricotsteek. Zorg dat je los afkant. Je hebt nog 52 (54) steken op de naald. 
    • Kant in de volgende 2 rijene telkens de eerste 5 (6) steken af. Je hebt nu nog 42 steken over.
  • Kant de resterende 42 steken in één keer af, doe ook dit losjes. Gebruik een contrastdraadje om het begin en einde van deze steken aan te duiden, zo is het in elkaar zetten makkelijker.

Voorpand met voorkant mouwen

  • Brei het voorpand op dezelfde manier als het rugpand. 

Afwerking

  • Span het breiwerk op een yogamatje op, bevochtig het met een plantenspuit en laat 24 uur aan de lucht drogen.
  • Sluit eerst de mouwnaad bovenaan, die overloopt in de schoudernaad. Begin hiervoor bij de mouwboord en eindig bij het contrastdraadje.
  • Sluit vervolgens de zijnaad die overloopt in de mouwnaad.  

Wist je dat?

  • Als je de extra steken voor de mouwen opzet, zit er 1 rij verschil tussen links en rechts. Dit zie je na het in elkaar steken niet meer, de mouwen zijn dan precies even hoog.
  • Zorg dat je bij het opzetten van je breiwerk een extra lange draad gebruikt, met de resterende draad kun je dan de naden sluiten. Wil je zeker zijn dat je voldoende draad hebt? Gebruik dan 2 bollen bij het opzetten.

Tips om het model aan te passen

  • Vind je het model net iets te kort? Pas dan de totale lengte van het patroon aan door langer te breien vooraleer je steken bij opzet voor de mouwen. Hou er wel rekening mee dat je meer wol nodig zult hebben.
  • Wil je graag bredere mouwen? Brei dan hoger na het opzetten van de mouwsteken, maar vooraleer je begint met de trapsgewijze afkanting voor de mouw/schouders. Hou er wel rekening mee dat je meer wol nodig zult hebben.
  • Wil je liever een echte mouwboord? Brei de mouwen dan iets korter en neem achteraf de steken op om een mouwboordje in boordsteek 2/2 aan te breien.
    • Zet voor de mouwen 6 (7) steken minder op, en doe de trapsgewijze afkantingen telkens met 10 steken in de plaats van 11.
    • Sluit de schoudernaden, en neem daarna een veelvoud van 4 steken op langs de mouwboord. Brei vervolgens 4 (5) cm in boordsteek 2/2 en kant de steken af in patroon. Laat na het afkanten een lange draad hangen om de andere mouwnaad mee te sluiten.
  •  Wil je graag een lagere halsuitsnijding in plaats van een boothals vooraan? Ga dan als volgt te werk: kant tegelijkertijd met de 7e (9e) rij van de schouderafschuining ook de middelste 30 steken af. Brei de 2 schouders nu apart verder en zet aan de halskant nog 3 x 2 steken af. Gebruik zeker de onderstaande tip om trapjes bij het afkanten te voorkomen.
  • Om te vermijden dat je trapjes krijgt bij het afkanten van de mouwen ga je als volgt te werk: kant 11 steken af en brei de rij uit. Keer het werk, kant opnieuw 11 steken af en brei de rij uit maar laat de laatste steek op de linkernaald staan, keer het werk en haal de volgende steek af zonder te breien. Je hebt nu twee steken op de rechternaald staan. Haal de eerste steek over de tweede steek en trek de draad goed aan; brei de volgende steek en ga verder met afkanten op de gewone manier. Herhaal deze stap telkens aan het begin van een rij waar je steken afkant.