Hazel - basic T-shirt gehaakt
in Capri

leergierige beginners    

korte intro 

Zo maak je het

Rugpand

• Haak eerst de boord in de hoogte in kleur A. Je neemt later steken op langs de zijkant van deze boord.
• Haak een lossenketting van 6 lossen en 1 keerlosse. Haak nu verder in boordsteek tot een totaal van 86 (98 - 106 - 116) rijen.
• Haak 1 keerlosse en haak nu verder vasten langs de zijkant van je boord. 1 vaste per rij met kleur A. 86 - (96 - 106 - 116) steken.
• Wijzig naar kleur B. Haak 2 keerlossen en haak in elke steek een half stokje tot het einde van de rij. Haak 2 keerlossen en haak in elke steek een half stokje in de onderste lus.
• Haak vanaf nu verder in patroonsteek tot een totale hoogte van 32 (33 - 34 - 35) cm. Eindig    met een herhaling van rij 1 van de patroonsteek.
• Maak nu aan weerskanten de minderingen voor de armsgaten. Je haakt 1 keerlosse. In de eerste 6 steken haak je een halve vaste. Maak dan 2 lossen en haak vanaf de volgende steek verder in patroon. Sla de laatste 6 steken over. Je houdt nog 74 (86 - 94 - 104) steken over.
• Haak verder tot een totale hoogte van 52 (54 - 56 - 58) cm en hecht de draden af. Het mooiste         is om te eindigen na een herhaling van rij 1, maar dit is niet noodzakelijk. Als je rug- en    voorpand achteraf aan elkaar naait, heb je op je schoudernaad op deze manier ook 2 rijen van dezelfde kleur.

Voorpand

• Haak zoals bij het rugpand tot op een totale hoogte van 45 (47 - 49 - 51) cm.
•  Haak verder in patroonsteek een totaal van 29 (34 - 38 - 42) halve stokjes en keer.
• *Haak 2 keerlossen, haak 2 halve stokjes samen en ga verder tot het einde van de rij. 28 (33 - 37 - 41) steken
• Haak 2 keerlossen, haak halve stokjes tot er nog 2 steken over zijn. Laat deze 2 steken onbewerkt.*
• Herhaal * * nog 2 keer en herhaal daarna nog 1 keer de eerste rij van deze herhaling.
•  Je hebt nu nog 19 (24 - 28 - 32) steken over.
• Haak verder tot een totale hoogte van 52 (54 - 56 - 58) cm en hecht je draad af.
• Hecht je draad opnieuw aan op 29 (34 - 38 - 42) steken van de andere zijde om de andere kant van de halsuitsnijding te maken. Laat dus de middelste 16 (18 - 18 -20) steken open. Haak nu halve stokjes tot het einde van de rij. 29 (34 - 38 - 42) steken
• *Haak 2 keerlossen, haak halve stokjes tot er nog 2 steken over zijn. Laat deze 2 steken onbewerkt.
• Haak 2 keerlossen, haak 2 halve stokjes samen en ga verder tot het einde van de rij.*
• Herhaal * * nog 2 keer.
• Haak 2 keerlossen, haak halve stokjes tot er nog 1 steek over is. Laat deze steek onbewerkt.
• Je hebt nu weer 19 (24 - 28 - 32) steken over.
• Haak weer verder tot een totale hoogte van 52 (54 - 56 - 58 ) cm en hecht je draad af.

Mouwen

• Haak eerst de boord in de hoogte in kleur A. Je neemt later steken op langs de zijkant van deze boord.
• Haak een lossenketting van 6 lossen en 1 keerlosse. Haak nu verder in boordsteek tot een totaal van 58 (64 - 72 - 80) rijen.
• Haak 1 keerlosse en haak nu verder vasten langs de zijkant van je boord. 1 vaste per rij met kleur A. 58 (64 - 72 - 80) steken
• Wijzig naar kleur B. Haak 2 keerlossen en haak in elke steek een half stokje tot het einde van de rij. Meerder in de eerste en de laatste steek telkens 1 half stokje. 60 (66 - 74 - 82) steken.
• Haak 2 keerlossen en haak in elke steek een half stokje in de voorste lus.
• Haak vanaf nu verder in patroonsteek en meerder om de 2 rijen nog 6 (5 - 3 - 1) keer in de eerste en de laatste steek van je rij. 72 (76 - 80 - 84) steken.
• Haak verder tot een totale hoogte van 16 (17 - 18 - 19) cm en hecht je draad af.

Afwerking

• Leg de verschillende panden op een yogamatje en span ze op met kopspelden. Bevochtig de delen met een plantenspuit en laat 24 uur drogen aan de lucht.
• Naai de schoudernaden dicht.
• Schuif de mouwen tussen de overgeslagen steken aan de oksel en naai de bovenkant vast. Naai achteraf de kleine stukjes van de 6 overgeslagen steken ook nog apart vast aan de zijkant van de mouwen.
• Naai de rest van de mouwen dicht en de zijnaden van rug- en voorpand.

Halsboord

• Hecht je draad (kleur A) vast aan de goede kant van de achterkant van je halsopening.
• Haak 9 lossen en 1 keerlosse. Haak 9 vasten en maak deze rij vervolgens vast door middel van een halve vaste in de volgende steek van je halsopening. Haak nog een halve vaste in de volgende steek van je halsopening. Keer.
• Je slaat deze 2 halve vasten over en haakt vervolgens 9 vasten in de achterste lus en 1 keerlosse.
• Dan haak je weer 9 vasten in de achterste lus en maak je opnieuw vast op dezelfde wijze als hierboven beschreven. Hou rekening met ongeveer 1 halve vaste per steek en 3 halve vasten per 2 rijen.
• Haak nu op dezelfde wijze volledig rond, hecht je draad af en sluit de naad.
• Plooi het halsboordje naar binnen en naai het daar vast.  

Tips

• Weet je niet goed wat de onderste of zogenaamde 3de lus is? Keer na rij 1 van de patroonsteek je werk. Als je het half stokje langs boven bekijkt, zie je het v-tje. Dit bestaat uit de achterste lus en de voorste lus. Maar als je het half stokje langs voren bekijkt, heb je daar ook een v-tje. De onderste lus van deze "v" is je onderste of 3de lus.
• Als je bij de halsuitsnijding van kleur wisselt, laat je draad dan losjes hangen zodat je ze achteraf mooi kan wegwerken. Als je de draad te strak trekt, kan hij moeilijk onzichtbaar weg te werken zijn.
• Als je het halsboordje niet dubbel geplooid wil hebben, haak je het best iets korter met bv slechts 6 lossen.