Ginny - gehaakt bloesje
in Florine
leergierige beginners
korte intro
Maat
S (M-L-XL)
Dit heb je nodig
- Aluminium haaknaald 3,5 mm - 14 cm van Prym
- Aluminium haaknaald 4 mm - 14 cm van Prym
- 1 wolnaald van Prym
- Stekenmarkeerringen
- 10 (11-11-12) bollen Kiss
Kiss (50gr/165m)
Stekenverhouding
10 x 10 cm = 20 steken x 9 rijen in fantasiesteek. (zie tips)
Gebruikte steken
Lossen, halve vasten, vasten, halve stokjes, stokjes, reliëfstokjes en de sultansteek. De laatste twee worden hieronder uitgelegd.
Reliëfstokjes:
- 1ste rij: haak als basis een volledige rij gewone stokjes.
- 2de rij en alle volgende rijen: begin met 2 keerlossen (ipv 3), sla de draad om de haaknaald en steek met je haaknaald langs de voorkant tussen de eerste en de tweede steek van de vorige rij. Kom van achter naar voor terug tussen het 2e en 3e stokje van de vorige rij. Werk het stokje op de gebruikelijke manier verder af. Aan de achterkant vormt er zich een ribbel. Je hebt nu een 'reliëfstokje voor' gemaakt.
- Om een 'reliëfstokje achter' te maken ga je op dezelfde manier tewerk, maar steek nu langs achter naar voor, kom langs achter weer terug en werk het stokje verder af.
- Aan de andere kant van het werk wordt een 'reliëfstokje voor' een 'reliëfstokje achter' en omgekeerd. Als je een boordsteek wil haken haak je afwisselend een 'reliëfstokje voor' en een 'reliëfstokje achter'. Vanaf de tweede rij reliëfstokjes haak je de stokjes zoals ze zich voordoen.
Sultansteek
- Voorbereidende rij: haak een rij lossen (veelvoud van 4 + 5).
- 1e rij: sla 5 lossen over en haak een stokje in de 6e losse vanaf de haaknaald, haak 2 lossen en haak nog een stokje in dezelfde losse. Je hebt nu een V-steek gemaakt. Een V-steek bestaat uit 2 stokjes in dezelfde steek met 2 lossen ertussen. Sla 3 lossen over en haak weer een V-steek in de 4e losse. Herhaal tot op het einde van de rij tot je nog 3 lossen over hebt. Haak een stokje in de laatste losse. Draai het werk om.
- 2e rij: haak 3 keerlossen en haak dan 4 stokjes in de eerste V-steek van de vorige rij. Ga verder met telkens 4 stokjes te haken in elke V-steek en eindig met 1 stokje in de 3e losse van de vorige toer. Keer het werk.
- 3e rij: haak 4 lossen en een stokje in dezelfde steek. Haak nu V-steken in de ruimtes tussen de groepjes van 4 stokjes totdat er nog 1 groepje van 4 stokjes overblijft. Haak een stokje in de 3e losse van de vorige toer, haak dan een losse en nog een stokje in dezelfde steek. Keer het werk.
- 4e rij: haak 3 keerlossen en dan 2 stokjes in de ruimte onder die ene losse tussen de twee stokjes op het einde van de vorige rij. Haak vanaf nu 4 stokjes in elke V-steek en op het einde van de rij 3 stokjes in de lossenruimte. Keer het werk.
- 5e rij: haak 3 keerlossen en haak opnieuw in elke ruimte tussen de groepjes van 4 stokjes V-steken. Eindig met een stokje in de 3e losse van de vorige rij. Keer het werk.
- Herhaal vanaf nu telkens rijen 2 tot en met 5.
Zo maak je het
Rugpand
- Haak met naald 3,5 een ketting van 93 - 105 - 113 - 125 lossen. Haak 90 - 102 - 110 - 122 stokjes. Haak nu afwisselend een 'reliëfstokje voor' en een 'reliëfstokje achter' tot op een totale hoogte van 4 cm. Let op! Als je reliëfstokjes haakt start je de rij met 2 keerlossen in plaats van 3, omdat je dieper in het werk steekt dan bij gewone stokjes.
- Ga verder in fantasiesteek, de sultansteek, met haaknaald 4 mm. Voor de eerste rij haak je 3 keerlossen en haak dan het eerste stokje van de V-steek in de 3e steek van de vorige rij. Je slaat dus 2 steken over.
- Haak tot een totale hoogte van 28 - 28 - 29 - 30 cm en eindig met rij 2 of rij 4 in het schema, dus een rij dat je alleen stokjes haakt.
- Haak in de volgende rij in de eerste 8 steken een halve vaste en ga dan verder met V-steken volgens het schema. Haak geen V-steken meer in de laatste 8 steken van de rij. Keer het werk.
- Ga verder volgens het schema tot een totale hoogte van 53 - 54 - 56 - 58. Eindig met een rij waar je alleen stokjes haakt. Hecht de draad af, maar laat hem lang genoeg hangen om de schouders te kunnen dichtnaaien.
Voorpand
- Haak zoals bij het rugpand tot op een totale hoogte van 6 rijen minder dan het volledige rugpand.
- Markeer met 2 stekenmarkeerders de 40 middelste steken. Haak V-steken tot aan de eerste stekenmarkeerder maar haak de laatste V-steek met halve stokjes in plaats van stokjes. Keer het werk en haak in de verkleinde V-steek eerst een halve vaste, dan een vaste, dan een half stokje en dan een stokje. Ga verder met in elke V-steek weer 4 stokjes te haken. Haal de stekenmarkeerders niet weg maar laat ze zitten als referentiepunten als je het kraagje gaat haken (zie tips).
- Haak in de volgende rij V-steken en haak als laatste V-steek weer halve stokjes in plaats van stokjes. Keer het werk en haak weer zoals 2 rijen geleden. Herhaal de laatste 2 rijen nog een keer en hecht de draad af.
- Haak de andere kant in spiegelbeeld.
Mouwboordjes
- Sluit de schoudernaden en begin aan de buitenkant, niet aan halszijde dus. Naai de schouders samen totdat je alle groepjes van volledige stokjes hebt samengenaaid.
- Hecht de draad aan, met de goede kant naar je toe, in de oksel vanaf de eerste steek waar je 8 steken onbewerkt hebt gelaten en haak stokjes. Haak dus eerst 8 stokjes op de onbewerkte steken en ga verder aan de zijkant. Per rij haak je 2 stokjes en ga door tot en met de 8 onbewerkte steken aan de andere kant. Haak dus 2 stokjes op de rijen met V-steken en ook 2 stokjes op de rijen met groepjes van 4 stokjes.
- Haak nu nog 3 rijen reliëfstokjes en hecht de draad af.
Kraagje
- Begin aan de achterkant waar de twee schoudernaden elkaar raken, rechts achter met de goede kant naar je toe. Haak op elke steek van de nek in de rug een stokje, ga verder met stokjes haken aan de zijkant tot aan de stekenmarkeerder die je eerder aanbracht en tel hoeveel steken je creëerde tussen schoudernaad en markeerder, haak tot aan de volgende stekenmarkeerder een stokje op elke steek en haak dan hetzelfde aantal steken dat je telde aan de andere kant van de eerste stekenmarkeerder. Ga zo verder tot je weer uitkomt waar je begonnen bent.
- Sluit de toer met een halve vaste en haak vanaf nu boordsteek door reliëfstokjes voor en achter met elkaar af te wisselen. Hecht na 4 cm boordsteek de draad af.
Afwerking
- Sluit de zijnaden en stop alle draadjes in.
Tips
- Om het proeflapje makkelijker te kunnen tellen, tel dan bijv. rij 2 of rij 4 waar je alleen stokjes haakt. Haak een proeflapje van ongeveer 15 cm groot en tel de middelste steken om te vermijden dat je te dicht bij de rand gaat meten.
- Als je het kraagje gaat haken kan je best de stekenmarkeerders laten zitten die je eerder hebt aangebracht om er zo makkelijker op te letten dat je evenveel steken maakt tussen de schoudernaad en de stekenmarkeerder.

