Selecteer je taal / Choisissez votre langue

Contrasttrui voor kids
in Apilou Medium

leergierige beginners    

korte intro 


Maat

4 (6 - 8 – 10/12 – 14/16) jaar

Dit heb je nodig

  • 2 (2 – 2 – 3 – 3) bollen Apilou Medium kleur A

  • 2 (2 – 2 – 3 – 3) bollen Apilou Medium kleur B

  • breinaalden 4,5 mm van Prym

  • breinaalden 5 mm van Prym

  • rondbreinaald 60 cm - 4,5 mm van Prym

  • wolnaald

   Apilou Medium (100gr/165m)  

Stekenverhouding

10 x 10 cm = 16 steken x 22 rijen met breinaalden 5 mm in tricotsteek.

Gebruikte steken

Boordsteek 2/2
  • 1ste rij: afwisselend 2 rechte en 2 averechte steken breien.

  • 2de rij en alle volgende rijen: de steken breien zoals ze zich voordoen (recht boven recht en averecht boven averecht).

Rechte tricotsteek
  • 1ste rij: alle steken recht breien.

  • 2de rij: alle steken averecht breien.

  • Deze 2 rijen steeds herhalen.

Gebruikte technieken

Intarsia
  • Brei tot op het punt waar je van kleur moet wisselen.

  • Haal de nieuwe kleur onder de oude draad door, brei 2 steken en trek dan de 2 draden goed aan en brei verder tot het einde van de rij.

  • Zorg er zeker voor dat de draden zich kruisen bij de wissel, want als je dat niet doet krijg je op die plaats een gaatje.


Zo maak je het

Rugpand
  • Zet 28 (31 – 33 – 37 – 42) steken op met breinaalden 4,5 mm en kleur A, wissel dan naar kleur B en zet hetzelfde aantal steken op. Je hebt nu 56 (62 – 66 – 74 – 84) steken.

  • Brei 12 rijen boordsteek 2/2 en let goed op dat de draden zich kruisen bij het wisselen van kleur om gaatjes te vermijden (zie gebruikte technieken). Naai de opening in het midden van de opzet dicht door met kleur A door de eerste steek van kleur B te gaan.

  • Wissel van kleur voor elke kant en brei met breinaalden 5 mm verder in tricotsteek tot een totale hoogte van 25 (27 – 29 – 33 – 36) cm. Je breit dus met kleur B boven het boordje dat in kleur A is en met kleur A boven het boordje dat in kleur B is.

  • Kant nu voor de armsgaten aan weerskanten 5 steken af en brei verder tot een totale hoogte van 39 (43 – 46 – 52 – 60) cm.

  • Kant aan weerskanten 2 X 7 (8 – 8 – 10 – 12) steken af voor de schouders en kant daarna de overgebleven 18 (20 – 24 – 24 – 26) steken af.

Voorpand
  • Zet 28 (31 – 33 – 37 – 42) steken op met breinaalden 4,5 mm en kleur B, wissel dan naar kleur A en zet hetzelfde aantal steken op. Je hebt nu 56 (62 – 66 – 74 – 84) steken.

  • Brei 12 rijen boordsteek 2/2 en let goed op dat de draden zich kruisen bij het wisselen van kleur om gaatjes te vermijden. Naai de opening in het midden van de opzet dicht door met kleur B door de eerste steek van kleur A te gaan.

  • Wissel van kleur en brei met breinaalden 5 mm verder in tricotsteek tot een totale hoogte van 25 (27 – 29 – 33 – 36) cm. Je breit dus zoals in het rugpand contrasterende kleuren boven elkaar.

  • Kant zoals bij het rugpand 5 steken af voor de armsgaten en brei verder tot een totale hoogte van 36 (40 – 43 – 48 – 54) cm.

  • Kant nu voor de hals de middelste 6 (8 – 12 – 12 – 12) steken af en brei dan de twee helften apart verder.

  • Kant aan de halskant in elke rij 1 x 3, 1 x 2 en 1 (1 – 1 – 1 – 2) x 1 steek af.

  • Kant tegelijkertijd, zodra je op een totale hoogte van 39 (43 – 46 – 52 – 60) cm bent, de steken af voor de schouders zoals beschreven voor het rugpand.

Mouwen
  • Zet 32 (38 – 40 – 42 – 40) steken op met kleur A en brei met breinaalden 4,5 mm 12 rijen boordsteek 2/2.

  • Wissel naar kleur B en ga verder met breinaalden 5 mm in tricotsteek en gebruik kleur B.

  • Meerder aan weerskanten om de 6 (6 – 8 – 8 – 6) rijen 1 steek. Doe dit 7 (8 – 8 – 10 – 14) x.

  • Kant op een totale hoogte van 31 (36 – 40 – 45 – 50) cm de overgebleven 46 (54 – 56 – 62 – 68) steken losjes af.

  • Brei een tweede mouw en maak het boordje in kleur B en de rest van de mouw in kleur A.

Halsboordje
  • Naai eerst de schoudernaden aan elkaar in matrassteek. Begin in het midden van het rugpand bij de kleurwissel en neem dan met de rondbreinaald 4,5 mm 72 (76 – 80 – 84 – 88) steken op. Gebruik kleur A boven kleur B en omgekeerd. Je neemt dus van elke kleur 36 (38 – 40 – 42 – 44) steken op. Je breit niet in het rond in toeren maar je keert terug nadat je rond bent geraakt. Brei boordsteek 2/2 voor 6 rijen en kant dan de steken losjes af.

  • Naai de opening van het boordje aan het rugpand dicht.

Afwerking
  • Naai de mouwen in en leg kleur A tegen de voor- en rugpanden van kleur A; doe hetzelfde voor kleur B aan de andere kant. Naai eerst de bovenkant van de mouw tegen de armopening en sluit daarna de zijkanten van voor- en rugpand en mouwen. Stop de draadjes in.
Tips
  • Als je het truitje “op de groei” wil maken, kan je ervoor opteren om de boordjes van de mouwen dubbel zo lang te maken zodat je ze kan omslaan. Doe de boordjes eventueel met een rondbreinaald zodat de naad niet zichtbaar is bij het omplooien; pas in dat geval ook het aantal steken aan, zodat je een veelvoud van vier hebt.

  • Als je nog niet gevorderd genoeg bent om met rondbreinaalden te werken, kan je om het halsboordje te breien slechts één schoudernaad sluiten en de steken met een gewone breinaald opnemen. Het nadeel is dan wel dat je vier keer een andere kleur moet nemen in plaats van twee keer. Je kan ook opteren om het halsboordje in slechts één kleur te doen - dat is een persoonlijke keuze.