Juliette - eenvoudige cardigan
in Juliette

Absolute beginners    

korte intro 

Zo maak je het

Rugpand

• Zet 83 (89 - 98 - 106) steken op met 1 draad Juliette en breinaalden 6 mm en brei 6 rijen boordsteek 1/1.

• Ga verder in rechte tricotsteek tot een totale hoogte van 57 cm.

• Kant de steken losjes af.

Rechtervoorpand

• Zet 41 (43 - 48 - 50) steken op met 1 draad Juliette en breinaalden 6 mm en brei 6 rijen boordsteek 1/1.

• Ga verder in rechte tricotsteek maar brei de eerste 7 steken in ribbelsteek om zo de boord te vormen. Je doet dit als volgt: brei in de heengaande rij alle steken recht en in de teruggaande rij de eerste 34 (36 - 41 - 43) steken averecht en de laatste 7 steken recht. Herhaal deze 2 rijen tot een totale hoogte van 57 cm.

• Kant de steken losjes af.

Linkervoorpand

• Zet 41 (43 - 48 - 50) steken op met 1 draad Juliette en breinaalden 6 mm en brei 6 rijen boordsteek 1/1.

• Ga verder in rechte tricotsteek maar brei de laatste 7 steken in ribbelsteek om zo de boord te vormen. Je doet dit als volgt: brei in de heengaande rij alle steken recht en in de teruggaande rij de eerste 7 steken recht en de laatste 34 (36 - 41 - 43) steken averecht. Herhaal deze 2 rijen tot een totale hoogte van 57 cm.

• Kant de steken losjes af.

Mouwen

• Zet 50 (52 - 52 - 52) steken op met 1 draad Juliette en breinaalden 6 mm. Brei 6 rijen boordsteek 1/1.

• Ga verder in rechte tricotsteek en verdeel in de eerste rij op gelijke afstand van elkaar 10 (16 - 20 - 20) meerderingen. Een meerdering maak je door een steek dubbel te breien. Je doet dit als volgt: steek met de rechternaald in de eerste steek op de linkernaald, sla de draad om de rechternaald maar laat de steek niet van de linkernaald glijden: brei deze steek nog een keer langs de achterkant en werk deze dan verder af. Zo heb je van 1 steek 2 steken gemaakt.

• Je hebt nu 60 (68 - 72 - 72) steken op de naald staan.

• Brei verder tot een totale hoogte van 47 cm.

• Kant de steken losjes af.

Afwerking

• Sluit eerst de schoudernaden. Begin te naaien aan de buitenkant en maas alle steken netjes tegenover elkaar. In het midden heb je een opening van 2 à 3 cm.

• Naai dan de mouwen in en sluit vervolgens de zijnaden.

• Stop de losse draadjes in.

Tips

• Het is belangrijk om het afkanten steeds losjes te doen. Dat kan door gebruik te maken van een dikkere naald, in dit geval dus naald 7 mm.

• Als je de laatste rij breit van de mouwen kan je in het midden een contrastdraad hangen, zodat je bij het aan elkaar naaien precies het punt weet waar de mouw aan de schoudernaad moet worden gezet.

• Voor wie van een uitdaging houdt: je kan de opening van de hals wat breder maken door bij het aan elkaar mazen van rugpand en voorpanden bij het voorpand een vijftal steken gelijk verdeeld over de rij over te slaan.

• Bij het breien van de voorpanden kan het gebeuren dat je in de averechte rij vergeet de boord recht te breien, vooral als de boord op het einde van de rij ligt. Je kan daarom een contrastdraad door je breiwerk laten meelopen of een stekenmarkeerder gebruiken. Zo heb je een geheugensteuntje en vermijd je dat je zou vergeten over te schakelen naar de ribbelsteek.

• Je kan de mouwen in lengte aanpassen naar wens. Misschien heb je lange armen en moet je de lengte dus wat aanpassen. Misschien hou je van driekwartmouwen? Dan maak je de mouwen iets korter maar je zet 5 steken meer op; in de eerste rij tricotsteek maak je 5 meerderingen minder.