Debardeur kids met hartje
in Dolcetti
leergierige beginners
korte intro
Maat
6 (8-10-12) jaar
Dit heb je nodig
- 3 (4-4-4) bollen Dolcetti roze
- Stekenmarkeerders
- Breinaalden 5 mm van Prym
- Haaknaald 5 mm van Prym
- Wolnaald van Prym
Dolcetti (50gr/100m)
Stekenverhouding
10 x 10 cm = 14 steken x 22 rijen met breinaalden 5 mm
Gebruikte steken
Boordsteek 2/2
- 1ste rij: afwisselend 2 rechte en 2 averechte steken breien.
- 2de rij en alle volgende rijen: de steken breien zoals ze zich voordoen (recht boven recht en averecht boven averecht).
Rechte tricotsteek
- 1ste rij: alle steken recht breien.
- 2de rij: alle steken averecht breien.
- Deze 2 rijen steeds herhalen.
Zo maak je het
Rugpand
- Zet 42 (44-48-50) steken op en brei 4 rijen in boordsteek 2/2.
- Ga na deze 4 rijen verder in rechte tricotsteek.
- Meerder na 8 rijen aan weerskanten aan het begin en het einde van de rij 4 x 1 steek. Je hebt nu 50 (52-56-58) steken op de naald.
- Brei tot een totale hoogte van 26 (2-32-35) cm en plaats aan weerskanten een stekenmarkeerder om het begin van het armsgat aan te duiden.
- Haal vanaf nu telkens de eerste steek van elke rij af zonder te breien en brei de laatste steek van de rij recht. Doe dit zowel in de heen- als teruggaande rijen. Op deze manier krijg je een mooi afgewerkt armsgat.
- Brei verder tot een totale hoogte van 40 (44-48-52) cm, gemeten vanaf de opzet. Kant voor de schouders 3 x 4 steken aan weerskanten af in elke 2e rij Je hebt nu nog Doe dit tot er nog 26 (28-32-34) steken overblijven.
- Kant op een totale hoogte van 43 (47-51-55) cm, gemeten vanaf de opzet, een laatste keer 2 steken af aan weerskanten en zet de overgebleven 22 (24-28-30) steken van de hals op een stekenhouder.
Voorpand
- Brei dit op dezelfde manier als het rugpand.
Afwerking
- Werk eerst de kraag af, deze wordt heen en weer gebreid op breinaalden 5 mm. Plaats de steken van het rugpand in wacht op een breinaald, plaats daarna de steken van het voorpand erbij in wacht en allebei met de goede kanten naar je toe.
- Brei de steken van het voorpand en achterpand in boordsteek 2/2. Maak op het einde van de rij van het rugpand ook een extra steek bij om zo een onzichtbare naad te creëren voor het in mekaar mazen. Brei 8 rijen en kant de steken heel losjes af.
- Om een extra losse afkanting te krijgen kan je als volgt te werk gaan: brei de eerste steek, maak een omslag, brei de volgende steek en haal eerst de omslag en vervolgens de eerste steek over de laatst gebreide steek. Maak weer een omslag, brei een steek en haal opnieuw de omslag en vorige steek over. Ga zo voort tot het einde van de rij.
- Maas eerst de zijkant van de kraag dicht en dan de schoudernaden. Keer het werk binnenstebuiten en naai de afkantrij van de kraag aan de binnenkant vast aan de laatste rij in tricotsteek. Trek de draad niet te hard aan om de kraag elastisch te houden. Zorg dat je de steken niet ziet aan de goede kant.
- Maas de zijkanten dicht, beginnen aan de boord onderaan tot aan de stekenmarkeerders.
Tips
- Vermits het voor- en rugpand identiek zijn, zou je ze tegelijkertijd kunnen breien. Dat is zeker handig als je geen te grote maat moet breien en niet té veel steken op je breinaald hebt staan. Na het afkanten voor de schouders kan je zo in één keer het kraagje verder breien zonder steken te moeten overzetten op een andere breinaald (als je ze toch apart zou breien).
- Je kan de kraag ook afwerken met een rondbreinaald. Sluit dan eerst de schoudernaden en neem vervolgens de steken in wacht op.
- Het garen is niet ideaal om de debardeur in elkaar te zetten. Trek er niet te hard aan en naai met kleine steken, of gebruik een ander garen in een gelijkaardige kleur om de trui in elkaar te zetten, bv. Apilou.
Hartje haken
- Haak 3 lossen en sluit de ring met een halve vaste.
- Toer 1: haak 2 lossen (= 1e stokje) en haak nog 11 stokjes.
- Toer 2: haak 2 stokjes in elk stokje. Er zijn 24 steken.
- Toer 3: haak afwisselend 1 stokje en 2 stokjes in de volgende steek. Er zijn nu 36 steken.
- Toer 4: haak 1 vaste in de eerste steek, een half stokje en stokje in de volgende steek, 2 stokjes in de volgende 5 steken, 1 stokje in de volgende 2 steken, 1 half stokje in de volgende 2 steken, 1 vaste in de volgende 4 steken, 1 half stokje in de volgende steek, 1 stokje in de volgende steek. Haak nu 3 stokjes in de volgende steek: dit wordt het puntje van het hart. Haak verder 1 stokje in de volgende steek, 1 half stokje in de volgende steek, 1 vaste in de volgende 4 steken, 1 half stokje in de volgende 2 steken, 1 stokje in de volgende 2 steken, 2 stokjes in de volgende 5 steken, 1 stokje en 1 half stokje in de volgende steek, 1 vaste in de volgende steek en sluit de toer met een halve vaste.
- Toer 5: haak een halve vaste in de eerste steek, 1 vaste in de volgende steek, 1 half stokje in de volgende steek, 1 half stokje en 1 stokje in de volgende steek, 2 stokjes in de volgende 6 steken, 1 stokje in de volgende 3 steken, 1 half stokje in de volgende 2 steken, 1 vaste in de volgende 9 steken. Haak nu 1 vaste in de volgende steek, in het puntje van het hart. Haak verder 1 vaste in de volgende 9 steken, 1 half stokje in de volgende 2 steken, 1 stokje in de volgende 3 steken, 2 stokjes in de volgende 6 steken, 1 stokje en 1 half stokje in de volgende steek, 1 half stokje in de volgende steek, 1 vaste in de volgende steek, 1 halve vaste in de volgende steek en sluit de toer met een halve vaste.
- Naai nu het hartje linksonder op het voorpand. Laat de bovenkant open, zodat je het als een zakje kan gebruiken.