Marie - basic gebreide debardeur in dambordmotief
in Color Wool
leergierige beginners
korte intro
Maat
S (M-L-XL)
Dit heb je nodig
- Rechte breinaalden 4,5 mm
- Rechte breinaalden 5 mm
- Rondbreinaalden 4,5 mm van 100 cm (optioneel)
- 3 (4-5-6) bollen Color Wool
- 1 wolnaald
Color Wool (50gr/150m)
Stekenverhouding
10 x 10 cm = 18 steken x 24 rijen in tricotsteek met breinaalden 5 mm.
Gebruikte steken
Boordsteek 1/1
- 1ste rij: afwisselend 1 rechte en 1 averechte steek breien.
- 2de rij en alle volgende rijen: de steken breien zoals ze zich voordoen (recht boven recht en averecht boven averecht).
Rechte tricotsteek
- 1ste rij: alle steken recht breien.
- 2de rij: alle steken averecht breien.
- Deze 2 rijen steeds herhalen.
Zo maak je het
Intro
|
Volg het basispatroon van hieronder en gebruik 2 kleuren naar keuze. We beginnen bij het voorpand! Maak voor de maat S een mindering in de laatste rij van de boord = 89 steken. Maak voor de maat M 1 meerdering in de laatste rij van de boord = 101 steken. Wijzig niets aan het aantal steken voor de maat L. Maak voor de maat XL 1 meerdering in de laatste rij van de boord = 119 steken. Ga na de boord verder met dezelfde kleur en gebruik de intarsiatechniek. Brei 30 (34 – 37 – 40) steken (in tricotsteek zoals het basispatroon voorschrijft), wissel naar de andere kleur en brei 29 (33 – 36 – 39) steken, wissel terug van kleur en brei daarmee de overblijvende 30 (34 – 37 – 40) steken. Brei vanaf nu voor 38 (38 – 42 – 42) rijen de steken zoals ze zich voordoen in de kleuren zoals die zich voordoen. Verander daarna van kleur en brei kleur A boven kleur B en omgekeerd. Opgelet! Blijf de richtlijnen van het basismodel volgen en vergeet niet op tijd te beginnen met het afkanten voor de armsgaten. Bij het afkanten voor de middelste steken voor de halsuitsnijding kant je 1 steek minder af als je in de boord een mindering hebt gemaakt (maat S) en 1 steek meer als je in de boord een meerdering hebt gemaakt (maten M en XL). Voor de maat L wordt gewoon het basispatroon gevolgd. Brei het rugpand op dezelfde manier maar wissel vlak na de boord wél van kleur zodat de vlakken alternerend doorlopen over rug- en voorpand. |
Rugpand
- Zet 90 (100 - 110 - 118) steken op met naalden 4,5 mm en brei 5 cm in boordsteek 1/1.
- Ga verder in tricotsteek met naalden 5 mm en brei tot een totale hoogte van 27 (28 - 29 - 30) cm.
- Kant in de volgende 2 rijen de eerste twee steken af voor het begin van de armsgaten. Doe dit als volgt: kant in een rij waar je recht breit de eerste twee steken af en brei de rij verder helemaal uit. Keer het werk, kant de eerste twee steken af en brei de rij verder averecht uit. Je hebt nu 86 (96 - 106 - 114) steken.
- Maak vanaf nu aan weerszijden een mindering op 2 steken van de kant en haal ook telkens de eerste steek van de rij af in plaats van ze te breien. Doe dit als volgt: haal in een rij waar je recht breit de allereerste steek af. Doe dus alsof je de steek recht zou breien, maar laat hem van de linker- op de rechternaald glijden. Brei de tweede steek gewoon, haal de derde steek af, brei de vierde steek en haal dan de derde steek die je afhaalde over de laatstgebreide steek. Je hebt nu 3 steken op de rechternaald staan, dus 1 mindering gemaakt. Brei de rij verder uit tot je nog 4 steken op de linkernaald hebt staan. Brei de volgende 2 steken recht samen en brei dan de laatste twee steken gewoon recht. Brei de volgende naald gewoon averecht, maar vergeet niet de eerste steek averecht af te halen in plaats van ze te breien (zie tips).
- Herhaal telkens deze twee rijen, dus maak de minderingen in de rij die je recht breit en brei dan een rij averecht. Doe dit in het totaal 12 (12 - 13 - 13) keer. Na alle minderingen te hebben gedaan, heb je nog 62 (72 - 80 - 88) steken.
- Brei verder tot een totale hoogte van 47 (49 - 51 - 53) cm en kant de overgebleven steken losjes af.
Voorpand
- Brei zoals bij het rugpand tot een totale hoogte van 42 (44 - 46 - 48) cm en kant de middelste 14 steken af in een rij die je recht breit (zie tips).
- Brei vanaf nu de twee helften apart verder. Keer het werk en brei averecht.
- Keer het werk en kant de eerste 4 steken aan halszijde af. Brei de rij verder recht uit.
- Keer het werk en brei averecht.
- Keer het werk en kant de eerste 3 steken aan halszijde af. Brei de rij verder recht uit.
- Keer het werk en brei averecht.
- Keer het werk en kant de eerste 2 steken aan halszijde af. Brei de rij verder recht uit.
- Keer het werk en brei averecht.
- Keer het werk en kant de eerste steek aan halszijde af. Brei de rij verder recht uit.
- Keer het werk en brei averecht.
- Brei nu gewoon verder in rechte tricotsteek tot een totale hoogte van 47 (49 - 51 - 53) cm en kant de steken losjes af.
- Brei de andere helft in spiegelbeeld.
Kraagje
- Naai 1 schoudernaad dicht, indien je geen gebruik wil maken van een rondbreinaald.
- Begin aan het uiteinde bij de schouder aan de kant van de hals met de goede kant van het werk naar je toe om steken te creëren voor het kraagje. Raap 92 (96 - 100 - 104) steken op + 1 steek extra voor de naad. Doe dit als volgt: plaats de punt van de breinaald net onder de afkanting en haal de draad door. Als dit moeilijk is met de breinaald, kan je hiervoor ook een haaknaald gebruiken. Laat die steek op de naald staan en ga zo verder met steken oprapen tot je bij het voor- en rugpand steken hebt opgeraapt. Zorg ervoor dat je een oneven aantal steken hebt en brei de eerste en de laatste steek recht. Brei 4 cm in boordsteek 1/1 en kant losjes af. Als je bij de halsrand vooraan merkt dat er een gaatje ontstaat door net onder de afkantrand in te steken, dan kan je op sommige plekken beter een rij lager insteken.
- Bij het rugpand neem je een steek op per afgekante steek en bij het voorpand kan je best in de buurt van de afkantingen wat extra steken opnemen. Zorg ervoor dat je in de twee helften evenveel steken plaatst (zie tips).
- Als je wel een rondbreinaald gebruikt, naai dan beide schoudernaden dicht en zorg dan voor een even aantal steken.
Afwerking
- Indien je geen gebruik hebt gemaakt van een rondbreinaald, naai dan het kraagje eerst dicht en zorg dat je in het midden van de eerste en laatste steek naait, zodat die twee steken bij het gebruiken van de matrassteek 1 volwaardige rechte steek vormen. Naai dan de schoudernaad zorgvuldig dicht.
- Sluit de zijnaden en stop alle eindjes in.
Tips
- Vanaf de oksel wordt de eerste steek afgehaald in plaats van ze te breien. Dit wordt gedaan om te vermijden dat het werk te fel gaat omkrullen. Je zou tussen de eerste en de tweede steek een draadje of een stekenmarkeerder kunnen hangen als geheugensteuntje. Dan weet je dat je de eerste steek moet afhalen en niet breien.
- Als je voor het voorpand de middelste 14 steken afkant om de halsrand te vormen, kan je een markering aanbrengen in het midden van die steken, om bij het oprapen van de steken voor de kraag makkelijker te kunnen checken dat je aan beide kanten evenveel steken creëert.
- Als je bij de eerste toer van het kraagje merkt dat het aantal steken niet uitkomt, kan je dit nog corrigeren door hier of daar twee steken samen te breien of een steek te verdubbelen. Indien je een steek wil verdubbelen, doe dit dan vanuit een rechte steek, want door de steek eerst langs voren en dan langs achteren te breien, gaat de extra steek er averecht uitzien.








