Elena trui met gekruist rugdetail
in Boucle

leergierige beginners    

korte intro 

Zo maak je het

Rug- en voorpand

• Je breit het rug- en voorpand in 1 stuk: je breit eerst het rugpand, en vervolgens brei je elke helft van het voorpand apart verder. Tijdens het breien plaats je een aantal stekenmarkeerders, zodat je later goed kunt zien waar de mouw moet komen en hoe je het gekruiste rugdetail in elkaar moet zetten.
• Zet 51 (57-63-70) [74-81-85] steken op met breinaalden 6 mm. 
• Brei 4 rijen in boordsteek 1/1. 
• Brei verder in rechte tricotsteek. Plaats op een totale hoogte van 34 (35-36-36) [37-38-38] cm een stekenmarkeerder aan beide kanten van het werk, op de technische tekening aangeduid als A. 
• Brei vervolgens nog 6 (5-4-4) [3-2-2] cm verder, en plaats opnieuw een stekenmarkeerder aan beide kanten van het werk, aangeduid als B. 
• Brei verder een totale hoogte van 53 (54-55-56) [57-58-59] cm. 
• Kant de middelste 5 (5-5-6) [6-7-7] steken af. Je hebt nu 23 (26-29-32) [34-37-39] steken voor elke helft. 
• Brei de 2 helften apart verder: brei de 3 steken aan de halskant vanaf nu steeds in ribbelsteek. 
• Minder voor de halsopening aan weerskanten 4 x 1 steek aan elke rij aan de voorkant als volgt:
  • Linkerschouder: brei steeds de 4de laatste en 5de laatste steek als een rechte overhaling.
  • Rechterschouder: brei steeds de 4de en 5de steek recht samen. 
• Brei de twee helften verder tot een totale hoogte van 58 (59-60-61) [62-63-64] cm, te meten vanaf het begin van het werk. Hang een stekenmarkeerder aan de kant van de schouder om aan te duiden waar het midden van de schouder is. Deze staat op de technische tekening aangeduid met de letter M. Dit vergemakkelijkt het vastmaken van de mouw later.
• Brei de twee helften verder in rechte tricotsteek, blijf de boord van 3 steken aan de kant van de hals steeds in ribbelsteek breien.
• Wanneer de twee helften 18 (19-20-21) [22-23-24]  cm meten vanaf de schoudermarkeerder M, hang je een stekenmarkeerder, aangeduid als B op de tekening. Deze stekenmarkeerder markeert het armsgat. 
• Wanneer de twee helften 24 (24-24-25) [25-25-26] cm meten vanaf de stekenmarkeerder ter hoogte van M, hang je nog een stekenmarkeerder, opnieuw aan de buitenkant, aangeduid als A op de tekening.
• Brei vanaf nu nog 43 (48-53-58)[63-68-72] cm verder in rechte tricotsteek, maar brei nu zowel de eerste 3 steken als de laatste 3 steken in ribbelsteek. Meerder tegelijk ook 14 (13-11-8) [7-5-3] x 1 steek aan de kant waar je al sinds de halsopening in ribbelsteek breit; herhaal dit elke 2 (2,5-3,5-6) [7-9-16] cm. 
• Kant de overgebleven 33 (35-36-36) [37-38-38] steken heel losjes af.

Mouwen

• Zet 26 (26-26-26) [28-28-28] steken op met breinaalden 6 mm. Brei 4 rijen in boordsteek 1/1.
• Meerder aan weerskanten 7 (8-9-10) [10-11-12] x 1 steek elke 4 (3,5-3,5-3-3,5-2,5) cm. Je hebt nu 40 (42-44-46) [48-50-52] steken op de naald staan.
• Brei verder tot een totale hoogte van 53 (51-48-45) [43-40-38] cm.
• Kant alle 40 (42-44-46) [48-50-52] steken in 1 x losjes af.
• Voer deze stappen nogmaals uit, zodat je een tweede mouw bekomt.  

Afwerking

• Maas de linkermouw aan de linkerschouder, tussen de punten aangeduid als B op de tekening.
• Doe hetzelfde voor de rechtermouw. 
• Naai de mouw dicht van de pols naar de schouder. Maas dan verder de zijkant van het werk samen van punt B naar punt A.
• Vouw dan het rechtervoorpand naar de linkerzijkant, doe dit door de punten A en D en vervolgens de punten C en E samen te leggen. Maas dan de onderkant (tussen punten C en D) van het rechterpand vast aan de linkerzijkant (tussen punten A en E).
• Doe nu hetzelfde, maar omgekeerd voor de andere kant.