Bagcharms - pompoentje en spookje
in Classic Cotton
leergierige beginners
korte intro
Maat
8 tot 10 cm
Dit heb je nodig
- Pompoentje:
-
Haaknaald 3 mm
-
Classic Cotton in het oranje (D40)
-
Classic Cotton in het groen (KA5)
-
Opvulsel
-
Wolnaald
-
Sleutelhanger 5 cm
- Spitsbektang
-
- Spookje:
- Haaknaald 3 mm
- Classic Cotton in het zwart (Z00)
- Classic Cotton in het wit (B20)
- Opvulsel
- Wolnaald
- Sleutelhanger 5 cm
- Spitsbektang
Gebruikte steken
Pompoentje:
Vaste, losse, halve vaste, halfstokje, stokje
Spookje:
Vaste, losse, halve vaste, halfstokje, stokje, magic ring
Borduursteken (spookje):
Franse knoopsteek
- Dit is die kleine opgerolde knoop die je vaak gebruikt voor oogjes of stipjes.
- Je draait de draad 1–2 keer om de naald en steekt dan vlak naast het insteekpunt weer door de stof.
Steelsteek
- Een vloeiende lijnsteek, vaak gebruikt voor monden, lijnen of stelen.
- De steken overlappen licht en vormen een mooi, gelijkmatig lijntje.
Zo maak je het
POMPOENTJE:
De pompoen (het oranje gedeelte)
- Haak een ketting van 22 lossen met je Classic Cotton in een oranje kleur.
- Haak vanaf de 3e losse vanaf de haaknaald in elke steek één halfstokje (in totaal 20 halfstokjes).
- Haak vervolgens een rij halfstokjes in alleen de achterste lus van elke steek.
- Herhaal deze stap tot je in totaal 28 rijen halfstokjes hebt.
- Wanneer de 28 rijen klaar zijn, verbind je de uiteinden (kanten) met een rij vaste steken.
- Knip de draad af, laat een voldoende lange draad hangen voor later.
- Rijg de draad door alle steken van de rand en trek aan om het werkje samen te trekken.
- Keer het werkje om, vul het met vulling, en herhaal het samentrekken aan de andere kant.
- Steek de draad door het midden van de pompoen, kom uit aan de zijkant tussen de zichtbare steken, steek opnieuw door het midden en trek aan de draad om een inkeping te vormen.
- Herhaal deze stap 7 keer en verdeel de inkepingen gelijkmatig over de hele pompoen.
- In totaal krijg je 8 inkepingen.
- Knip de draad af en werk het uiteinde weg.
Het steeltje van de pompoen (het groene gedeelte)
- Toer 1: Haak 6 vasten in een magische ring met Catania groen → 6 steken.
- Toer 2: Haak 2 vasten in de eerste steek, daarna 5 vasten → 7 steken.
- Toer 3: 2 vasten in de eerste steek, daarna 6 vasten → 8 steken.
- Toer 4: 2 vasten in de eerste steek, daarna 7 vasten → 9 steken.
- Toer 5: 2 vasten in de eerste steek, daarna 8 vasten → 10 steken.
- Toer 6: 2 vasten in de eerste steek, daarna 9 vasten → 11 steken.
- Toer 7: 2 vasten in de eerste steek, daarna 10 vasten → 12 steken.
- Toer 8: 1 vaste, daarna 2 vasten in de volgende steek, herhaal dit 6 keer → 18 steken.
- Sluit elke toer af met 1 halve vaste en begin de volgende toer met 1 losse.
- Knip de draad af en laat voldoende lengte over om het later aan te naaien.
Afwerking
- Naai het steeltje vast op de bovenkant van het lichaam (de pompoen).
- Knip de draad af en werk het uiteinde netjes weg.
Bevestiging sleutelhanger
- Zoek waar je je sleutelhanger wilt bevestigen. Bijvoorbeeld aan de onderkant van het steeltje, bovenaan de pompoen.
- Neem het kleine metalen ringetje (split ring of jump ring) en open het een beetje met het tangetje:
- Duw de uiteinden zijwaarts van elkaar (niet uit elkaar trekken, want dan vervorm je het ringetje).
- Steek het ringetje door een of twee van de steken bovenaan de pompoen (liefst in de naad of vlak naast het steeltje).
- Sluit het ringetje weer met het tangetje, zodat alles goed vastzit.
- Tip: als je pompoen te zacht is, kun je eventueel een klein stevig steekje met naaigaren maken waar je het ringetje aan bevestigt — dat geeft wat extra houvast.
SPOOKJE
Het spookje
- Sluit elke toer af met 1 halve vaste en begin de volgende met 1 losse.
- Toer 1: Haak 6 vasten in een magische ring met wit katoen – 6 steken.
- Toer 2: Haak 2 vasten in elke steek – 12 steken.
- Toer 3: 1 vaste, 2 vasten in de volgende steek, herhaal dit 6 keer – 18 steken.
- Toer 4: 2 vasten, 2 vasten in de volgende steek, herhaal dit 6 keer – 24 steken.
- Toer 5: 3 vasten, 2 vasten in de volgende steek, herhaal dit 6 keer – 30 steken.
- Toer 6: 4 vasten, 2 vasten in de volgende steek, herhaal dit 6 keer – 36 steken.
- Toer 7 t/m 16: Haak in elke steek 1 vaste – 36 steken.
- Knip de draad af.
De onderkant van het spookje
- Sluit elke toer af met 1 halve vaste en begin de volgende met 1 losse.
- Toer 1: Haak 6 vasten in een magische ring met wit katoen – 6 steken.
- Toer 2: Haak 2 vasten in elke steek – 12 steken.
- Toer 3: 1 vaste, 2 vasten in de volgende steek, herhaal dit 6 keer – 18 steken.
- Toer 4: 2 vasten, 2 vasten in de volgende steek, herhaal dit 6 keer – 24 steken.
- Toer 5: 3 vasten, 2 vasten in de volgende steek, herhaal dit 6 keer – 30 steken.
- Toer 6: 4 vasten, 2 vasten in de volgende steek, herhaal dit 6 keer – 36 steken.
- Knip de draad af, laat een lange draad over om de onderkant achteraf aan te naaien.
De heksenhoed
- Sluit elke toer af met 1 halve vaste en begin de volgende met 1 losse.
- Toer 1: Haak 6 vasten in een magische ring met zwart katoen – 6 steken.
- Toer 2: 2 vasten in de eerste steek, daarna 5 vasten – 7 steken.
- Toer 3: 2 vasten in de eerste steek, daarna 6 vasten – 8 steken.
- Toer 4: 2 vasten in de eerste steek, daarna 7 vasten – 9 steken.
- Toer 5: 2 vasten in de eerste steek, daarna 8 vasten – 10 steken.
- Toer 6: 2 vasten in de eerste steek, daarna 9 vasten – 11 steken.
- Toer 7: 2 vasten in de eerste steek, daarna 10 vasten – 12 steken.
- Toer 8: 1 vaste, 2 vasten in de volgende steek, herhaal 6 keer – 18 steken.
- Toer 9: 2 vasten, 2 vasten in de volgende steek, herhaal 6 keer – 24 steken.
- Knip de draad af, laat een lange draad over om de hoed achteraf aan te naaien.
Afwerking
- Borduur de ogen en mond met Classic Cotton of zwart borduurgaren:
- Ogen: Franse knoopsteek
- Mond: steelsteek
(of gebruik kleine zwarte kraaltjes als oogjes)
- Naai de onderkant vast aan het lichaam, in de voorste lussen.
Laat een kleine opening voor de vulling, vul en sluit daarna. - Haak op de achterste lussen van de onderkant de franjes van de rok:
(halve vaste / halfstokje / stokje / halfstokje) — herhaal tot het einde van de toer.
Eindig met een halve vaste, knip de draad af en werk het uiteinde weg. - Haak de armpjes op de derde rij te tellen vanaf de onderkant:
- 4 vasten tussen twee rijen,
- keer het werk → 1 halve vaste – 2 vasten – 1 halve vaste
- Knip de draad af en werk weg.
- Herhaal aan de andere kant.
- Naai de hoed vast (recht of schuin, zoals je wilt).
- Knip de draad af en werk het uiteinde weg.
Bevestiging sleutelhanger
- Zoek waar je je sleutelhanger wilt bevestigen. Bijvoorbeeld aan de bovenkant van het hoofdje aan de rand van de hoed.
- Neem het kleine metalen ringetje (split ring of jump ring) en open het een beetje met het tangetje:
- Duw de uiteinden zijwaarts van elkaar (niet uit elkaar trekken, want dan vervorm je het ringetje).
- Steek het ringetje door een of twee van de steken bovenaan het hoofdje van je spookje (liefst vlak naast de heksenhoed).
- Sluit het ringetje weer met het tangetje, zodat alles goed vastzit.
- Tip: als je spookje te zacht is, kun je eventueel een klein stevig steekje met naaigaren maken waar je het ringetje aan bevestigt — dat geeft wat extra houvast.











